Hoe werkt het DNS beheer in DirectAdmin?
Vaak zal er bij het ontwikkelen van een website het een en ander aangepast moeten worden in de DNS.
Wanneer u het domein heeft gekoppeld aan een hosting pakket, zal de DNS beheerd worden in DirectAdmin.
Deze handleiding zal uitleggen hoe u deze DNS kunt beheren en wat voor bijzonderheden er zijn bij verschillende DNS records.
DNS records toevoegen
Belangrijke informatie vooraf
Er zijn vooraf enkele dingen die van belang zijn te weten wanneer u DNS aanpassingen wilt maken.
Het is bijvoorbeeld niet mogelijk een bestaande record aan te passen.
Deze kan enkel opnieuw worden toegevoegd en de oude record moet daarbij verwijderd worden.
Verder is de meest gemaakte fout het vergeten van een afsluitende punt bij het invoeren van een domein.
Als u dit niet doet, wordt uw domeinnaam er automatisch achter geplaatst.
Voor subdomeinen hoeft u dus niet je domeinnaam erachter te typen.

U kunt uw DNS in DirectAdmin aanpassen onder DNS management. Onderaan deze pagina ziet u de invoer velden voor de DNS records.
Wanneer u een record toevoegt, herlaadt de pagina.
Het heeft dus geen nut om meerdere records tegelijk in te voeren.
Verschillende record types
In deze handleiding zullen we de volgende 6 records behandelen:
- NS records
- A records
- AAAA records
- CNAME records
- MX records
- TXT records
De TLSA en CAA records kunnen nodig zijn bij specifieke certificaat instellingen en zijn daarmee optionele records voor ervaren gebruikers.
Het aanmaken van SRV records behandelen we in een aparte handleiding, omdat dit wat gecompliceerder is dan de reguliere records. Hier is de handleiding voor SRV records: Hoe maak ik een SRV record aan?
De PTR record kunt u in zijn geheel negeren, deze zult u nooit nodig hebben.
1. NS records
NS records, ofwel Nameserver records, worden in principe binnen uw klantenpaneel beheerd.
De nameservers binnen DirectAdmin dienen echter altijd gelijk te staan met de nameservers die u bij uw domeinbeheer instelt.
voorbeeld.nl. | NS | ns1.wincom.nl |
voorbeeld.nl. | NS | ns2.wincom.nl |
voorbeeld.nl. | NS | ns3.wincom.nl |
Standaard zullen de nameservers altijd naar onze nameservers staan, maar u kunt ook eigen nameservers gebruiken.
Als u eigen nameservers gebruikt, zorg er dan voor dat dit op beide plaatsen ingesteld staat.
Vergeet niet je record binnen DirectAdmin af te sluiten met een punt.
2. A records
A records wijzen uw domein of een subdomein naar het IP adres van een server. Dit kan een server van ons zijn, maar u kunt uw domein ook ergens anders naartoe wijzen.

Voor subdomeinen hoeft u enkel het subdomein in te voeren. Hier wordt automatisch het domein achter geplaatst, als u het niet afsluit met een punt.
Het is wel een vereiste dat uw domein (kloppend) op de server waar u naartoe wijst geconfigureerd staat. Anders zal dit tot een foutmelding leiden.
3. AAAA records
De functie van AAAA records is vrijwel gelijk aan die van A records. Het enige verschil is dat een A record een IPv4 adres gebruikt en AAAA records voor IPv6 zijn.
Er zijn veel servers die helemaal geen IPv6 hebben en dus ook geen AAAA records. Onze servers ondersteunen standaard wel IPv6.

Wanneer u met een A record naar een externe server wijst waar geen IPv6 beschikbaar is, dient u de overeenkomende AAAA record te verwijderen.
Als u dit niet doet, zullen sommige bezoekers namelijk over IPv6 verbinden en bij onze server uitkomen.
4. CNAME records
Een CNAME record haalt eigenlijk de A/AAAA records van een domein op. Het heeft dus uiteindelijk dezelfde functie als A/AAAA records, maar is dynamisch.
De IP adressen passen zich namelijk automatisch aan wanneer de IP adressen van het domein wat u koppelt wijzigen.
Verschillende services maken hier gebruik van, wanneer u een domein wilt koppelen.

U kunt geen CNAME toevoegen voor een naam waar al een A en/of AAAA record voor bestaat.
Deze zult u dus moeten verwijderen voordat u de CNAME kunt aanmaken.

Let op de afsluitende punt!
Zonder deze punt voegt DirectAdmin automatisch uw domeinnaam aan de record toe.
De www in de record wordt dus automatisch uitgelezen als www.voorbeeld.nl
5. MX records
Ontvangende email wordt geregeld naar aanleiding van uw MX record(s). MX staat hierin voor Mail Exchanger en met uw MX records kunt u aangeven welke ontvangende mail server u wilt gebruiken.
Standaard zal dit naar mail staan, zodat uw email naar uw lokale mailserver verwezen wordt.
De A en AAAA records voor mail.voorbeeld.nl wijzen namelijk standaard naar de server waarop u het domein host.

Let erop dat, wanneer u de email extern gehost wilt hebben, dat u de lokale mailserver uit dient te schakelen.
Anders kan dit voor aflever problemen zorgen.
U kunt de lokale mailserver uitschakelen in DirectAdmin, onder MX Records, door het vinkje bij Local Mail Server te verwijderen.
6. TXT records
Voor TXT records is geen vaste functie, omdat deze geen actieve rol spelen. TXT records worden daarom vaak gebruikt voor bijvoorbeeld een verificatie proces.
Hoewel TXT records geen actieve rol spelen, zijn er toch enkele records met een vaste functie voor de email afhandeling.
Dit zijn de DMARC, SPF en DKIM records.

Hiervan is de SPF record verreweg de belangrijkste, omdat vrijwel ieder spamfilter deze vereist.
SPF staat voor Sender Policy Framework en geeft aan vanaf welke locaties uw domein email mag versturen.
Hier kunt u dus verschillende servers of services aangeven.
De SPF record is altijd een TXT record voor uw domein zelf en begint met “v=spf1
Een service dient altijd in de vorm include:spf.voorbeeld.nl in uw SPF record te worden opgenomen.
U kunt maximaal 1 SPF record gebruiken, maar hierin kunt u in principe onbeperkt servers toevoegen binnen uw record.
U kunt hier meer lezen over de formulering van SPF records.
Het DKIM record is een sleutel. U kunt deze niet zelf bedenken, maar deze dient door een mail service aangedragen te worden.
Voor DKIM records binnen onze hosting, kunt u deze gemakkelijk instellen en/of resetten.
Ga hiervoor binnen DirectAdmin naar DKIM reset en klik op Confirm.
Uw DMARC record geeft aan hoe streng de DKIM voor emails vanaf uw domein gecontroleerd wordt.
Wanneer deze op p=none; sp=none; staat, zullen emails met een onjuiste DKIM desondanks gewoon aankomen.
Als u wilt dat emails geweigerd worden als uw DKIM niet klopt, dan dien t u “none” te veranderen in “reject”
Gebruik nooit een DMARC, wanneer u geen DKIM hebt. Dat zorgt voor problemen.
Op deze website staat uitgebreid uitgelegd hoe u zelf een DMARC record op kunt stellen.
Loopt u ondanks deze handleiding toch nog vast bij uw DNS beheer, dan helpen we u hier graag mee!
U kunt hiervoor contact opnemen langs de Livechat of middels een ticket.